De drukte in Brussel-Zuid overvalt me wanneer ik op een winterse zaterdag rond 17u de trein afstap en de roltrap richting de vertrekhal van het station neem. Het is op dat moment dat ik even terug naar boven kijk en de stralende zon, die al heel de dag aanwezig is, zie ondergaan dat het me te binnen schiet. Code geel is al een tijdje van kracht en het enige dat de mensen nog tegenhield om collectief naar de kust of de stad te trekken was het goede weer. Natuurlijk was dat vandaag net wel het geval.

Het was Alexis, 25 jaar oud, ook opgevallen. Hij werkt al meer dan een jaar vier dagen in de week ’s avonds in één van de Relay filialen in de vertrekhal van Brussel-Zuid. Het is lang geleden dat hij in het weekend nog zo een drukte heeft gekend. Corona moet daar zeker voor iets tussen gezeten hebben, maar ook het goede weer speelt volgens hem een belangrijke rol.

Hoewel Alexis nog maar een jaar voor Relay werkt, is Brussel-Zuid altijd al zijn thuisbasis geweest wanneer het op zijn werk aankomt. Voor hij begon bij een van de meest gekende krantenwinkels in de Belgische stations werkte hij vijf jaar wat verderop bij die andere welgekende stationsketen: Panos. In totaal zes jaar dus, waardoor het station geen geheimen meer voor hem heeft. Na al die jaren zou hij voor geen geld van de wereld het station inruilen voor een andere werkplek.
Wanneer ik hem vraag naar zijn meest merkwaardige herinneringen aan werken in het grootste station van Brussel moet hij even lachen. “Hoe lang heb je?”, vraagt hij. Brussel-Zuid telt in totaal 22 sporen, waarop treinen vertrekken naar alle uithoeken van het land en verder. Want naast de gebruikelijke treinen van de NMBS is Brussel-Zuid ook de thuishaven van Thalys, TGV en Eurostar die je in een mum van tijd naar de andere Europese grootsteden brengen. Daarnaast begint het station de laatste jaren ook meer en meer weg te krijgen van een volwaardig winkelcentrum dan van een vertrek- en aankomstplaats voor treinen. Allemaal factoren die hebben bijgedragen aan het antwoord dat Alexis me gaf op mijn vraag.

Hij vertelt me over de tijd dat hij nog bij Panos werkte en er op een dag een man in het rond was beginnen schieten in het station. Het station moest geëvacueerd worden en de man werd gelukkig overmeesterd zonder dat er gewonden vielen. Het is een gebeurtenis die Alexis altijd is bijgebleven maar die hij niet direct koppelt aan het Brusselse stationsgebeuren. “Zo een dingen gebeuren dagelijks op andere plaatsen, in andere winkels. Het is ook maar één keer voorgevallen”, vertelt hij er duidelijk bij.
Deze negatieve gebeurtenis wordt voor hem ook volledig overschaduwd door alle positieve dingen die hij al heeft meegemaakt tijdens het werk. Zoals de vele beroemdheden die hij zijn winkel al heeft zien binnenlopen. En als kers op de taart, de zwangere vrouw wiens vliezen braken wanneer ze ’s ochtends haar favoriete krant bij hem kwam kopen. Trots vertelt hij over de manier waarop hij de vrouw hielp en zo toch die dag heeft bijgedragen aan iets wonderbaarlijks.
Na dat heldenverhaal wijkt Alexis zijn blik af naar de lange rij mensen aan de kassa en besluit hij dat het tijd is om verder te doen met wat hij het liefste doet. De bezoekers hun reis aangenamer maken.